ECLI:NL:HR:2009:BI0462
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Cassatie over inschrijving buitenlandse huwelijksakte en geslachtsnaamwijziging
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 juli 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een verzoek van een vrouw om haar buitenlandse huwelijksakte in te schrijven in het register van huwelijken van de gemeente 's-Gravenhage, met handhaving van haar geslachtsnaam. De vrouw was op 10 september 2003 in New York gehuwd en de huwelijksakte vermeldde als 'new surname' de naam van haar echtgenoot. De ambtenaar van de burgerlijke stand weigerde de inschrijving, wat leidde tot een rechtsgang die uiteindelijk bij de Hoge Raad eindigde.
De rechtbank 's-Gravenhage had in een eerdere beschikking op 16 oktober 2006 het verzoek van de vrouw toegewezen, maar het gerechtshof te 's-Gravenhage vernietigde deze beschikking op 26 maart 2008. De vrouw ging in cassatie tegen deze beslissing. De Hoge Raad oordeelde dat de ambtenaar van de burgerlijke stand gehouden is om de geslachtsnaam te registreren, tenzij de betrokkene expliciet aangeeft dat zij de wijziging niet wenst. De Hoge Raad bevestigde de eerdere beschikking van de rechtbank, maar voegde daaraan de voorwaarde toe dat de vrouw een verklaring moet ondertekenen waarin zij haar keuze voor de geslachtsnaam bevestigt.
De uitspraak benadrukt de toepassing van het internationaal privaatrecht en de uitzonderingsregel van artikel 5a van de Wet conflictenrecht namen. De Hoge Raad stelde dat de ambtenaar van de burgerlijke stand niet zonder meer mag aannemen dat de betrokkene instemt met een geslachtsnaamwijziging op basis van een buitenlandse akte, tenzij dit expliciet is aangegeven. De beslissing van de Hoge Raad biedt duidelijkheid over de procedure voor inschrijving van buitenlandse huwelijksakten en de rechten van betrokkenen met betrekking tot hun geslachtsnaam.