ECLI:NL:HR:2009:BI2030
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Internationale kinderontvoering; teruggeleiding van minderjarig kind naar Hongarije
In deze zaak heeft de Centrale Autoriteit op 10 september 2008 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Breda, met als doel de onmiddellijke terugkeer van de minderjarige [de dochter] naar Hongarije te bewerkstelligen. Dit verzoek was gebaseerd op het Haags Verdrag betreffende de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen. De moeder van [de dochter] heeft het verzoek bestreden. De rechtbank heeft op 21 oktober 2008 beslist dat [de dochter] vóór 17 november 2008 terug naar Hongarije moet worden gebracht. Indien de moeder hieraan geen gevolg geeft, moet zij [de dochter] aan de vader afgeven.
De moeder heeft hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 16 december 2008 de beschikking van de rechtbank heeft bekrachtigd, met de aanpassing dat de moeder [de dochter] uiterlijk op 16 januari 2009 moet terugbrengen naar Hongarije. Indien de moeder hieraan geen gevolg geeft, moet [de dochter] op 17 januari 2009 aan de vader worden afgegeven. Tegen deze beschikking heeft de moeder cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten in de cassatie niet tot een andere uitkomst kunnen leiden. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, waarbij werd opgemerkt dat de aangevoerde klachten geen nadere motivering behoeven, aangezien ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De beschikking is openbaar uitgesproken op 8 mei 2009.