ECLI:NL:HR:2009:BI3280
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.J. van Maanen
- C. Schaap
- J.W.M. Tijnagel
- Rechtspraak.nl
Cassatie over overdrachtsbelasting na verbreking van een concernrelatie
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X BV te Z (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 6 december 2006, nr. 06/00112, betreffende een op aangifte voldaan bedrag aan overdrachtsbelasting. De belanghebbende heeft ter zake van de verkrijging van een onroerende zaak een bedrag aan overdrachtsbelasting voldaan en heeft vervolgens bezwaar gemaakt tegen deze voldoening, met het verzoek om teruggaaf. Dit verzoek werd door de Inspecteur afgewezen, waarna de Rechtbank te Breda het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaarde. Hierop heeft de belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof, dat de uitspraak van de Rechtbank heeft bevestigd.
De belanghebbende heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld en daarbij verschillende klachten aangevoerd. De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend. De Hoge Raad heeft de klachten beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad heeft ook de proceskosten in deze zaak beoordeeld en geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep ongegrond verklaard. Dit arrest is gewezen op 8 mei 2009 door de raadsheer C.J.J. van Maanen als voorzitter, samen met de raadsheren C. Schaap en J.W.M. Tijnagel, en is in het openbaar uitgesproken.