ECLI:NL:HR:2009:BI3436
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over tenuitvoerlegging van buitenlandse rechterlijke beslissingen en de vereisten van de EEX-verordening
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van PRICEWATERHOUSECOOPERS GMBH (PwC) tegen een beschikking van de rechtbank Haarlem. De rechtbank had op 17 oktober 2007 aan PwC verlof verleend tot tenuitvoerlegging in Nederland van beslissingen van het Landgericht te Frankfurt am Main. DAX ARCHIVING SOLUTIONS B.V. (Dax) heeft tegen deze beschikking beroep ingesteld, omdat zij stelde dat zij de inleidende dagvaarding nooit had ontvangen en daardoor niet in staat was zich te verdedigen. De rechtbank heeft het beroep van Dax gehonoreerd en de beschikking van de voorzieningenrechter ingetrokken, wat leidde tot het cassatieberoep van PwC.
De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak van 11 september 2009 geoordeeld dat de rechtbank ten onrechte de beschikking van de voorzieningenrechter heeft ingetrokken. De Hoge Raad oordeelde dat de herstelbeslissingen van het Landgericht geen uitvoerbaarheid vereisen, omdat deze beslissingen geen condemnatoir karakter hebben. De Hoge Raad vernietigde de beschikking van de rechtbank Haarlem en verwees de zaak naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling.
De uitspraak benadrukt de vereisten van de EEX-verordening met betrekking tot de tenuitvoerlegging van buitenlandse rechterlijke beslissingen en de noodzaak om de juiste certificaten over te leggen. De Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank niet voldoende had gemotiveerd waarom Dax en Dax Archiving Solutions Chess Dax B.V. als dezelfde partij moesten worden beschouwd, wat een belangrijk aspect was in de beoordeling van de zaak. De Hoge Raad heeft Dax in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld.