ECLI:NL:HR:2009:BI3437
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van alimentatieverplichting na scheiding en de gevolgen van inkomenswijzigingen
In deze zaak gaat het om een geschil tussen voormalige echtelieden over de alimentatieverplichting van de man jegens de vrouw na hun scheiding. De man heeft op 1 december 2006 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank 's-Gravenhage, waarin hij verzocht om beëindiging van de alimentatieverplichting per 6 maart 2007, of in ieder geval om een verlaging van het alimentatiebedrag. De vrouw heeft hiertegen verweer gevoerd en een zelfstandig verzoek ingediend tot verlenging van de alimentatie met 9,5 jaar. De rechtbank heeft op 19 juni 2007 de alimentatieverplichting van de man beëindigd per 6 maart 2009, met de bepaling dat er geen verdere verlenging mogelijk was.
De vrouw heeft hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 18 juni 2008 de beschikking van de rechtbank heeft vernietigd en de alimentatieverplichting van de man per 5 maart 2007 heeft beëindigd. De vrouw hoefde geen teveel betaalde alimentatie terug te betalen. Tegen deze beschikking heeft de vrouw cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de beschikking van het hof vernietigd en het geding verwezen naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling.
De Hoge Raad oordeelt dat het oordeel van het hof dat de vermindering van het inkomen van de vrouw met € 90,-- per maand als een geringe terugval kan worden beschouwd, onbegrijpelijk is zonder nadere motivering. Dit oordeel is in strijd met de omstandigheden van het geval, waarbij het gaat om een laag inkomen. De Hoge Raad heeft de beschikking van het gerechtshof vernietigd en het geding terugverwezen voor verdere beoordeling.