ECLI:NL:HR:2009:BI4051
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Cassatie over oormerkverplichting voor schapen en geiten in het kader van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 oktober 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1947 en wonende in [woonplaats], was aangeklaagd voor het niet voldoen aan de oormerkverplichting voor schapen en geiten, zoals vastgelegd in de Regeling identificatie en registratie van dieren. De verdachte had op 21 januari 2004 in de gemeente Westerveld drie schapen en acht geiten gehouden die niet overeenkomstig de regelgeving waren geïdentificeerd of geregistreerd. De verdediging voerde aan dat de oormerkverplichting in strijd was met de Europese Richtlijn 92/102/EEG, die vrijstellingen zou moeten toestaan voor veehouders die een ander sluitend registratie- en identificatiesysteem gebruikten. Het Hof verwierp dit verweer en oordeelde dat de Nederlandse wetgeving geen ruimte bood voor vrijstellingen van de oormerkverplichting, tenzij de Europese Commissie hiervoor een machtiging had verleend, wat in dit geval niet was gebeurd.
Daarnaast werd er een beroep gedaan op overmacht, omdat de verdachte stelde dat het aanbrengen van oormerken zijn dieren zou beschadigen. Het Hof oordeelde echter dat de verdachte geen vrijstelling kon krijgen op basis van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, en dat het verweer niet kon slagen. De Hoge Raad bevestigde het oordeel van het Hof en oordeelde dat de redelijke termijn van de procedure was overschreden, maar dat dit geen gevolgen had voor de uitspraak. De Hoge Raad verwierp het cassatieberoep, waarmee de eerdere veroordeling van de verdachte in stand bleef.