ECLI:NL:HR:2009:BI4371
Hoge Raad
- Herziening
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Herziening van veroordeling wegens mishandeling en de gevolgen van niet tijdige betaling van transactieaanbod
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 mei 2009 uitspraak gedaan over een aanvraag tot herziening van een eerder vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Utrecht. De aanvraagster was op 2 juni 2006 veroordeeld tot een geldboete van € 300,- of subsidiair 6 dagen hechtenis wegens mishandeling. Daarnaast was er een betalingsverplichting opgelegd aan de aanvraagster in verband met een vordering van de benadeelde partij. De aanvraagster heeft verzocht om herziening van dit vonnis, omdat zij stelde dat zij op 13 april 2006 het transactieaanbod van € 180,- had betaald, wat volgens haar had moeten leiden tot niet-ontvankelijkverklaring van het Openbaar Ministerie in de strafvervolging.
De Hoge Raad heeft de aanvraag tot herziening beoordeeld aan de hand van de wettelijke grondslagen voor herziening. De Raad oordeelde dat de omstandigheden die de aanvraagster aanvoerde, niet voldoende waren om een ernstig vermoeden te wekken dat, indien deze feiten eerder bekend waren geweest, het onderzoek tot een andere uitkomst zou hebben geleid. De Hoge Raad concludeerde dat de aanvraagster niet tijdig had betaald en dat daarmee niet was voldaan aan de voorwaarden die door de Officier van Justitie waren gesteld ter voorkoming van strafvervolging. De latere betaling van het transactiebedrag kon hier geen verandering in brengen.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad de aanvraag tot herziening afgewezen, waarmee de eerdere veroordeling door de Politierechter in stand bleef. Dit arrest benadrukt het belang van tijdige betaling van transactieaanbiedingen en de gevolgen daarvan voor het recht op strafvervolging.