ECLI:NL:HR:2009:BI5909

Hoge Raad

Datum uitspraak
4 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/02847
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om een voorlopig deskundigenbericht in cassatie

In deze zaak heeft verzoeker, wonende te [woonplaats], op 5 december 2007 een verzoekschrift ingediend bij het gerechtshof te Amsterdam. Hij verzocht het hof om een voorlopig deskundigenbericht te bevelen in het kader van twee aanhangige procedures. De eerste procedure was tussen verzoeker en [verweerder 3], en de tweede tussen verzoeker en de ING Groep en ING Bank. De ING-ondernemingen hebben het verzoek bestreden. Na een mondelinge behandeling heeft het hof op 3 april 2008 het verzoek van verzoeker afgewezen. Verzoeker heeft hiertegen beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekte tot verwerping van het cassatieberoep. De advocaat van verzoeker heeft op 29 mei 2009 schriftelijk gereageerd op deze conclusie. De Hoge Raad heeft uiteindelijk het beroep verworpen en verzoeker veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 348,38 aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris. De beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk en openbaar uitgesproken door E.J. Numann op 4 september 2009.

Uitspraak

4 september 2009
Eerste Kamer
08/02847
RM/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
1. ING GROEP N.V., en
2. ING BANK N.V.,
beide gevestigd te Amsterdam,
3. [Verweerder 3],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
advocaten: aanvankelijk mr. J. de Bie Leuveling Tjeenk en mr. D. Vlasblom, thans mr. R.A.A. Duk.
Verzoeker tot cassatie zal hierna worden aangeduid als [verzoeker]. Verweerders in cassatie zullen hierna tezamen worden aangeduid als ING c.s. en afzonderlijk als ING Groep respectievelijk ING Bank en [verweerder 3].
1. Het geding in feitelijke instantie
Met een op 5 december 2007 ter griffie van het gerechtshof te Amsterdam ingediend verzoekschrift heeft [verzoeker] het hof verzocht een voorlopig deskundigenbericht te bevelen in het kader van de bij het hof aanhangige procedures tussen [verzoeker] en [verweerder 3] (zaaknummer 106.006.210/01) en tussen [verzoeker] enerzijds en ING Bank en ING Groep anderzijds (zaaknummer 200.000.902/01).
ING c.s. hebben het verzoek bestreden.
Na mondelinge behandeling heeft het hof bij beschikking van 3 april 2008 het verzoek van [verzoeker] afgewezen.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
ING c.s. hebben verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [verzoeker] heeft op 29 mei 2009 schriftelijk op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [verzoeker] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van ING c.s. begroot op € 348,38 aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 4 september 2009.