ECLI:NL:HR:2009:BI7301
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- C. Schaap
- J.W.M. Tijnagel
- A.H.T. Heisterkamp
- M.W.C. Feteris
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de belastingheffing van een naar Nederland uitgezonden Amerikaan met nettoloonafspraak
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft de belastingheffing van een naar Nederland uitgezonden Amerikaan, die in 2002 een aanslag in de inkomstenbelasting kreeg opgelegd. Na bezwaar werd de aanslag verminderd door de Inspecteur, maar de Rechtbank te Breda verklaarde het beroep gegrond en vernietigde de uitspraak van de Inspecteur. Het Hof bevestigde deze uitspraak, waarna de Staatssecretaris in cassatie ging.
Belanghebbende, een Amerikaanse staatsburger, was vanaf 1 augustus 2002 uitgezonden naar een Nederlandse dochtermaatschappij van zijn werkgever. Hij had een 'tax equalization' afspraak, wat betekende dat zijn netto-inkomen gelijk zou zijn aan wat hij zou verdienen zonder uitzending. De Inspecteur had vastgesteld dat belanghebbende in aanmerking kwam voor de 30%-regeling en had de belastingheffing berekend op basis van het brutoloon, waarbij een dagenbreuk werd toegepast.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof terecht had geoordeeld dat belanghebbende voor de toepassing van het belastingverdrag tussen Nederland en de Verenigde Staten als inwoner van de Verenigde Staten moest worden aangemerkt. Dit had gevolgen voor de belastingheffing in Nederland, aangezien Nederland slechts belasting mag heffen over de beloning die is verkregen voor in Nederland uitgeoefende werkzaamheden. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie ongegrond en veroordeelde de Staatssecretaris in de proceskosten van belanghebbende, vastgesteld op € 644.