ECLI:NL:HR:2009:BI8498
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen de beslissing van de Landinrichtingscommissie voor de ruilverkaveling 'Marshoek-Hoonhorst'
In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], op 17 december 2005 bezwaar gemaakt tegen de lijst der geldelijke regelingen die door de Landinrichtingscommissie voor de ruilverkaveling 'Marshoek-Hoonhorst' was opgemaakt. Na behandeling van de bezwaren op 3 april en 25 september 2006, heeft eiser zijn bezwaren deels gehandhaafd. De niet-opgeloste bezwaren zijn door de rechter-commissaris besproken op een zitting op 20 februari 2007. Tijdens deze zitting heeft eiser een deel van zijn bezwaren ingetrokken, terwijl de overige bezwaren zijn verwezen naar de meervoudige kamer van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De rechtbank heeft op 15 augustus 2007 bepaald dat eiser recht heeft op een vergoeding van € 13.734,13 voor de kosten van kavelaanvaardingswerken en € 15.000,-- voor de opheffing van een gedeelte van het afpalingsrecht van de eendenkooi. De overige bezwaren zijn ongegrond verklaard. Eiser heeft tegen dit vonnis beroep in cassatie ingesteld, waarop de Landinrichtingscommissie heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De zaak is toegelicht door de advocaten van beide partijen, waarbij de Landinrichtingscommissie ook werd vertegenwoordigd door mr. R.T. Wiegerink. De Advocaat-Generaal L. Timmerman heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de reactie van de advocaat van eiser, die na de termijn was ingediend, terzijde gelegd. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en eiser in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 371,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.