ECLI:NL:HR:2009:BJ1709
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Hoofdelijke aansprakelijkheid in groepsverband bij onrechtmatige daad
In deze zaak heeft eiseres, wonende te [woonplaats], op 25 augustus 1995 de wettelijke vertegenwoordigers van de verweerders gedagvaard voor de rechtbank 's-Gravenhage. Eiseres vorderde hoofdelijk vergoeding van schade die zij had geleden door vernielingen gepleegd door de kinderen van de verweerders. De rechtbank heeft na verschillende tussenvonnissen op 6 april 2005 een eindvonnis gewezen, waarbij de wettelijke vertegenwoordigers van de verweerders zijn veroordeeld tot betaling van verschillende bedragen aan eiseres, met wettelijke rente vanaf 30 april 1991. Eiseres heeft hoger beroep ingesteld tegen de vonnissen van 19 januari 2005 en 6 april 2005, waarop de verweerders incidenteel hoger beroep hebben ingesteld. Het gerechtshof te 's-Gravenhage heeft op 25 maart 2008 het principaal appel verworpen en in het incidenteel appel het vonnis van 6 april 2005 vernietigd, met aanpassing van de ingangsdatum van de wettelijke rente naar 30 oktober 1992. Eiseres heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie verworpen en eiseres veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, begroot op € 374,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten in het middel niet tot cassatie kunnen leiden, en dat nadere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.