ECLI:NL:HR:2009:BJ1923
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- C. Schaap
- J.W.M. Tijnagel
- A.H.T. Heisterkamp
- M.W.C. Feteris
- Rechtspraak.nl
Cassatie over belastingplicht en onroerende voorheffing voor een in België wonende Nederlander
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 december 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was aangespannen door de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen die aan belanghebbende, een Nederlander die in België woont, was opgelegd voor het jaar 2001. Na bezwaar was de aanslag door de Inspecteur verminderd, maar het Hof had deze uitspraak vernietigd en de aanslag verder verlaagd. De Staatssecretaris ging in cassatie tegen deze uitspraak van het Hof.
Belanghebbende had gekozen voor binnenlandse belastingplicht en was in 2001 werkzaam in Nederland, waar hij zijn volledige arbeidsinkomen verwierf. Hij had een eigen woning in België, gefinancierd met een hypothecaire lening, en was daar ook onroerende voorheffing verschuldigd. De Hoge Raad moest beoordelen of de in België geheven onroerende voorheffing in mindering kon worden gebracht op het belastbare inkomen uit werk en woning in Nederland.
De Hoge Raad oordeelde dat de omstandigheid dat belanghebbende meer belasting betaalt dan een ingezetene van Nederland, voortvloeit uit een dispariteit tussen de belastingstelsels van Nederland en België. Dit betekent dat de Belgische onroerende voorheffing niet in mindering kan worden gebracht op het belastbare inkomen in Nederland. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie gegrond, vernietigde de uitspraak van het Hof en stelde het belastbare inkomen uit werk en woning vast op € 48.391. De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.