ECLI:NL:HR:2009:BJ3458

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/12272
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over misbruik van feitelijke verhoudingen en overwicht in strafrecht

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, dat op 3 september 2007 uitspraak deed in een strafzaak. De verdachte, geboren in 1978, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. G. Spong. De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad, onder leiding van vice-president A.J.A. van Dorst, heeft op 8 september 2009 uitspraak gedaan.

De Hoge Raad heeft het middel van cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat het middel niet tot cassatie kan leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO), dat stelt dat geen nadere motivering nodig is wanneer het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, wat betekent dat de uitspraak van het Gerechtshof in stand blijft. Dit arrest is van belang voor de interpretatie van misbruik van feitelijke verhoudingen en overwicht in het strafrecht, met specifieke verwijzing naar artikel 250a (oud) van het Wetboek van Strafrecht, thans artikel 273f Sr.

Uitspraak

8 september 2009
Strafkamer
nr. 07/12272
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 3 september 2007, nummer 21/000985-07, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1978, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. G. Spong, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en W.F. Groos, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven, en uitgesproken op 8 september 2009.