ECLI:NL:HR:2009:BJ3706
Hoge Raad
- Cassatie
- J.P. Balkema
- J.W. Ilsink
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de bestreden uitspraak en vermindering van de gevangenisstraf in cassatie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 september 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden, dat op 10 april 2008 was gewezen. De verdachte, geboren in 1980 en ten tijde van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Rijnmond, locatie de IJssel' te Krimpen aan den IJssel, had beroep in cassatie ingesteld. De advocaat van de verdachte, mr. J.Y. Taekema, heeft een middel van cassatie voorgesteld, dat aan het arrest is gehecht. De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak wat betreft de strafoplegging, tot vermindering van de straf en tot verwerping van het beroep voor het overige. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf, en deze verminderd tot 63 maanden. Het beroep is voor het overige verworpen.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het middel niet tot cassatie kan leiden, en dat dit geen nadere motivering behoeft, aangezien het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Tevens heeft de Hoge Raad ambtshalve de bestreden uitspraak beoordeeld. Hierbij is opgemerkt dat de verdachte zich in voorlopige hechtenis bevindt en dat meer dan zestien maanden zijn verstreken na het instellen van het cassatieberoep. Dit leidt tot de conclusie dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), is overschreden, wat aanleiding geeft tot vermindering van de aan de verdachte opgelegde gevangenisstraf van 64 maanden.
De Hoge Raad heeft uiteindelijk beslist dat, nu het middel niet tot cassatie kan leiden en er geen andere gronden zijn voor vernietiging van de bestreden uitspraak, de beslissing als volgt moet worden geformuleerd. Het arrest is gewezen door de raadsheer J.P. Balkema als voorzitter, en de raadsheren J.W. Ilsink en W.M.E. Thomassen, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart.