ECLI:NL:HR:2009:BJ9923
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Cassatie over afwijzing getuigenverzoeken in profijtontnemingszaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 november 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beslissing van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, waarbij de verdachte, geboren in 1980, werd beschuldigd van het verkopen van cocaïne. De verdachte had verzocht om twee getuigen te horen, maar het Hof had dit verzoek afgewezen. De verdediging stelde dat het horen van deze getuigen essentieel was voor een goede verdediging, omdat zij informatie konden verschaffen over de verkoop van cocaïne en de omstandigheden waaronder deze plaatsvond. Het Hof oordeelde echter dat de verklaringen van de getuigen niet van invloed zouden zijn op de beslissing, omdat de feiten al vaststonden en de verklaringen duidelijk waren. De Advocaat-Generaal had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en verwijzing naar een aangrenzend hof voor herbehandeling van de zaak. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof onvoldoende had gemotiveerd waarom het niet horen van de getuigen de verdediging van de verdachte niet zou schaden. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor een nieuwe behandeling.