ECLI:NL:HR:2009:BK3063
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- F.H. Koster
- Rechtspraak.nl
Beroepsaansprakelijkheid en schadevergoeding door te late opzegging van pachtovereenkomst door advocaat
In deze zaak gaat het om beroepsaansprakelijkheid van een advocaat in verband met schade die is ontstaan door een te late opzegging van een pachtovereenkomst. De eiser, wonende te [woonplaats], heeft de verweerster, eveneens wonende te [woonplaats], gedagvaard voor de rechtbank te Alkmaar. De eiser vorderde aanvankelijk een bedrag van ƒ 213.672,--, dat later is vermeerderd tot ƒ 699.970,--. De verweerster heeft de vordering bestreden. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 4 juni 1992 en een tussenvonnis van 29 april 1993 de zaak naar de rol verwezen voor het nemen van een akte door de eiser. Het gerechtshof te Amsterdam heeft in hoger beroep op 9 juni 1994 de vonnissen van de rechtbank bekrachtigd. Na verdere vonnissen heeft de rechtbank op 6 augustus 1998 de verweerster veroordeeld tot betaling van ƒ 213.672,--, met rente en kosten. De verweerster heeft incidenteel hoger beroep ingesteld, en het hof heeft op 20 december 2007 het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. Tegen dit arrest heeft de eiser cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman, die strekte tot verwerping van het cassatieberoep, gevolgd. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eiser in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 1.219,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.