ECLI:NL:HR:2009:BK5269
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Verlenging machtiging tot uithuisplaatsing van kinderen en verval van machtiging
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 december 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarige kinderen. De Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden had een verzoek ingediend om de ondertoezichtstelling van de kinderen te verlengen, evenals de machtiging tot uithuisplaatsing. De ouders van de kinderen hebben dit verzoek bestreden. De rechtbank te 's-Gravenhage heeft op 2 december 2008 de ondertoezichtstelling verlengd en de machtiging tot uithuisplaatsing voor dezelfde periode goedgekeurd. De ouders hebben hiertegen hoger beroep ingesteld, maar het gerechtshof te 's-Gravenhage heeft hen op 20 mei 2009 niet-ontvankelijk verklaard in hun hoger beroep. Hierop heeft Jeugdzorg cassatie ingesteld tegen deze beslissing van het hof.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de machtiging tot uithuisplaatsing van rechtswege vervalt indien deze niet binnen drie maanden ten uitvoer is gelegd, zoals bepaald in artikel 1:262 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek. De Hoge Raad oordeelt dat de door Jeugdzorg gestelde handelingen, waaronder het indienen van een verzoek tot teruggeleiding van de kinderen, niet kunnen worden aangemerkt als daadwerkelijke tenuitvoerlegging van de machtiging. De obstructie van de ouders heeft niet geleid tot een andere conclusie, aangezien de wet bepaalt dat het verval van de machtiging van rechtswege intreedt. De Hoge Raad heeft het beroep van Jeugdzorg verworpen, waarmee de beslissing van het hof in stand blijft.