ECLI:NL:HR:2010:BK9159

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/01257
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurrecht en ontbinding van huurovereenkomst door wanbetaling met uitoefening van politiedwang

In deze zaak heeft de Gemeente 's-Gravenhage [eiser] gedagvaard voor de kantonrechter, met als doel de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde. De Gemeente vorderde ook betaling van achterstallige huurpenningen. [Eiser] heeft de vordering bestreden en in reconventie gevorderd dat de Gemeente maatregelen zou nemen voor de deugdelijke plaatsing van zijn woonwagen. De kantonrechter heeft op 7 juni 2005 de huurovereenkomst ontbonden en [eiser] veroordeeld tot ontruiming en betaling van € 3.455,87 aan achterstallige huur. [Eiser] ging in hoger beroep, maar het gerechtshof bekrachtigde het vonnis op 16 september 2008. Hierna heeft [eiser] cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft op 5 maart 2010 het beroep verworpen en [eiser] in de proceskosten veroordeeld. De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekte tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad oordeelde dat de klachten in de middelen niet tot cassatie konden leiden, zonder verdere motivering.

Uitspraak

5 maart 2010
Eerste Kamer
09/01257
EE/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
DE GEMEENTE 'S-GRAVENHAGE,
zetelende te 's-Gravenhage,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. D. Stoutjesdijk.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en de Gemeente.
1. Het geding in feitelijke instanties
De Gemeente heeft bij exploot van 15 september 2004 [eiser] gedagvaard voor de kantonrechter bij de rechtbank 's-Gravenhage en, na wijziging van eis, gevorderd, kort gezegd, ontbinding van de huurovereenkomst tussen [eiser] en de Gemeente en vergoeding van de schade als gevolg van de ontbinding, nader op te maken bij staat, alsmede ontruiming van het gehuurde op straffe van een dwangsom met machtiging van de Gemeente de ontruiming zelf uit te voeren. Voorts heeft de Gemeente gevorderd [eiser] te veroordelen aan de Gemeente te betalen een bedrag van € 3.455,87 aan achterstallige huurpenningen tot 1 september 2004 alsmede de huurtermijnen vanaf 1 september 2004 van € 209,63 per maand tot aan de ontruiming.
[eiser] heeft de vordering bestreden en, in reconventie, gevorderd, kort gezegd, de Gemeente te veroordelen alle maatregelen te nemen die ertoe strekken dat de woonwagen van [eiser] op deugdelijke wijze kan worden geplaatst.
De kantonrechter heeft bij vonnis van 7 juni 2005, in conventie, de huurovereenkomst tussen de Gemeente en [eiser] per 1 juli 2005 ontbonden, [eiser] veroordeeld om binnen een maand na betekening van het in deze te wijzen vonnis het gehuurde te (laten) ontruimen en te verlaten en ter vrije en algehele beschikking van de Gemeente te stellen op straffe van verbeurte van een dwangsom. Voorts heeft de kantonrechter [eiser] veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 3.455,87, met wettelijke rente ter zake van achterstallige huurpenningen. In reconventie heeft de kantonrechter de vordering afgewezen.
Tegen het vonnis van de kantonrechter heeft [eiser] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.
Bij arrest van 16 september 2008 heeft het hof het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd en het meer of anders gevorderde in hoger beroep afgewezen.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Gemeente heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het beroep met toepassing van art. 81 RO.
De advocaat van [eiser] heeft bij brief van 22 januari 2010 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Gemeente begroot op € 384,34 aan verschotten en
€ 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en W.A.M. van Schendel, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 5 maart 2010.