ECLI:NL:HR:2010:BL1015
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- C. Schaap
- J.W.M. Tijnagel
- A.H.T. Heisterkamp
- M.W.C. Feteris
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de kosten van rioolslibverwerking en de relatie met rioleringskosten
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem over een aanslag in het afvoerrecht riolering van de gemeente Amsterdam voor het jaar 1990. De aanslag, ter hoogte van ƒ 633.150, werd na bezwaar door de Inspecteur van de gemeentebelastingen gehandhaafd. Het Gerechtshof te Amsterdam verklaarde het beroep ongegrond, maar deze uitspraak werd door de Hoge Raad op 12 oktober 2001 vernietigd, met verwijzing naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage. Na verdere behandeling door het Gerechtshof te Arnhem, dat het beroep opnieuw ongegrond verklaarde, heeft belanghebbende cassatie ingesteld.
De Hoge Raad beoordeelt in deze uitspraak of de kosten van de verwerking van rioolslib, die in de raming van de rioleringskosten zijn opgenomen, niet of slechts zijdelings met de riolering samenhangen. Het Hof had geoordeeld dat kostenposten niet of slechts zijdelings met de riolering samenhangen indien zij daarmee voor minder dan 10 procent samenhangen. De Hoge Raad bevestigt dit uitgangspunt en oordeelt dat het Hof terecht heeft geoordeeld dat de kosten van het verwerken van rioolslib in grotere mate dan slechts zijdelings met de riolering samenhangen.
De Hoge Raad concludeert dat de klachten van belanghebbende niet tot cassatie kunnen leiden, en verklaart het beroep in cassatie ongegrond. De proceskosten worden niet toegewezen, omdat de Hoge Raad geen termen aanwezig acht voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen door de vice-president en vier raadsheren, en openbaar uitgesproken op 4 juni 2010.