ECLI:NL:HR:2010:BL3585
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- J.W.M. Tijnagel
- M.W.C. Feteris
- Rechtspraak.nl
Cassatie over onbevoegdheid van het Hof in belastingaanslagzaak
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure die is ingesteld door belanghebbende tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 18 februari 2009, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2005. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de aanslag, die door de Inspecteur was verhoogd. De Rechtbank te Breda heeft het beroep van belanghebbende gegrond verklaard en de aanslag verminderd, maar de Hoge Raad interpreteert deze uitspraak als handhaving van de aanslag na ambtshalve vermindering.
Belanghebbende heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij het Hof, dat zich onbevoegd verklaarde. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof ten onrechte onbevoegd was, aangezien het hoger beroep was ingesteld tegen een uitspraak die op grond van de Algemene wet inzake rijksbelastingen aan het Hof was voorgelegd. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof en verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk. Tevens wordt de Staat gelast om het griffierecht van € 107 aan belanghebbende te vergoeden.
De Hoge Raad benadrukt dat het hoger beroep was bedoeld om de rechter te laten beslissen over de aanslag en bijkomende beslissingen, en dat geschillen over onderbewindstelling door de burgerlijke rechter moeten worden behandeld. De proceskosten worden niet toegewezen, omdat er geen termen voor veroordeling aanwezig zijn. Dit arrest is gewezen door de vice-president en twee raadsheren, en is openbaar uitgesproken op 12 februari 2010.