ECLI:NL:HR:2010:BL3602
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- J.A.C.A. Overgaauw
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de bevoegdheid van de belastingrechter in geschil over waterverbruik en belastingaanslagen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 februari 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door V.O.F. X te Z tegen een uitspraak van de Rechtbank te Amsterdam. De zaak betreft een geschil over een factuur voor waterverbruik, waterbelasting en meteropstellingshuur die door Stichting Waternet aan de belanghebbende was gezonden. De belanghebbende had een bezwaarschrift ingediend tegen deze factuur, maar Waternet, handelend namens het gemeentebestuur van Amsterdam, had dit bezwaar afgewezen. De Rechtbank verklaarde het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk, met de overweging dat er geen beroep openstond bij de belastingrechter voor de afrekening van waterverbruik.
De belanghebbende heeft vervolgens verzet aangetekend tegen deze uitspraak, maar de Rechtbank verklaarde het verzet ongegrond. Hierop heeft de belanghebbende cassatie ingesteld. De Hoge Raad oordeelde dat de Rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat er geen beroep openstond bij de belastingrechter. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie gegrond, vernietigde de uitspraak van de Rechtbank en verwees de zaak terug naar de Rechtbank te Amsterdam voor verdere behandeling. Tevens werd de gemeente Amsterdam veroordeeld tot het vergoeden van griffierechten en proceskosten aan de belanghebbende.
De Hoge Raad benadrukte dat de Rechtbank als algemene bestuursrechter de zaak opnieuw moet beoordelen, waarbij het beroep van de belanghebbende op de Algemene wet bestuursrecht in acht moet worden genomen. Dit arrest onderstreept de scheiding tussen belastingrecht en bestuursrecht en de noodzaak voor een juiste beoordeling van de bevoegdheid van de rechter in dergelijke geschillen.