ECLI:NL:HR:2010:BL5448

Hoge Raad

Datum uitspraak
16 april 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/01039
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • A. Hammerstein
  • O. de Savornin Lohman
  • W.D.H. Asser
  • E.J. Numann
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurrecht en bewijswaardering in cassatie

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 april 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een huurovereenkomst. Eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. K. Aantjes, heeft cassatie ingesteld tegen de Gemeente Wormerland, die werd bijgestaan door advocaat mr. R.L. Bakels. De zaak is voortgekomen uit eerdere vonnissen van de kantonrechter te Haarlem en arresten van het gerechtshof te Amsterdam. De Hoge Raad verwijst naar de vonnissen van 27 maart 2003 en 24 juli 2003, alsook naar de arresten van 13 april 2006, 14 juni 2007 en 9 december 2008. De Gemeente heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep in cassatie.

De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda was eveneens gericht op verwerping van het beroep, met toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gegeven zonder nadere motivering, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

In de beslissing heeft de Hoge Raad eiseres veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 384,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann, en de uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, vooral met betrekking tot de bewijswaardering in huurrechtelijke geschillen.

Uitspraak

16 april 2010
Eerste Kamer
09/01039
EE/IS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiseres],
wonende te [woonplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. K. Aantjes,
t e g e n
DE GEMEENTE WORMERLAND,
zetelende te Wormer, gemeente Wormerland,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. R.L. Bakels.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en de Gemeente.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 169399/CV EXPL 02-724 van de kantonrechter te Haarlem, locatie Zaandam, van 27 maart 2003 en 24 juli 2003,
b. de arresten in de zaak 106.001.115/01 (rolnummer 1667/03) van het gerechtshof te Amsterdam van 13 april 2006, 14 juni 2007 en 9 december 2008.
De arresten van 14 juni 2007 en 9 december 2008 van het hof zijn aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen voornoemde arresten van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Gemeente heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot verwerping van het beroep met toepassing van art. 81 RO.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Gemeente begroot op € 384,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, O. de Savornin Lohman en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 16 april 2010.