ECLI:NL:HR:2010:BL5448
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- O. de Savornin Lohman
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Huurrecht en bewijswaardering in cassatie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 april 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een huurovereenkomst. Eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. K. Aantjes, heeft cassatie ingesteld tegen de Gemeente Wormerland, die werd bijgestaan door advocaat mr. R.L. Bakels. De zaak is voortgekomen uit eerdere vonnissen van de kantonrechter te Haarlem en arresten van het gerechtshof te Amsterdam. De Hoge Raad verwijst naar de vonnissen van 27 maart 2003 en 24 juli 2003, alsook naar de arresten van 13 april 2006, 14 juni 2007 en 9 december 2008. De Gemeente heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep in cassatie.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda was eveneens gericht op verwerping van het beroep, met toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gegeven zonder nadere motivering, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
In de beslissing heeft de Hoge Raad eiseres veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 384,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann, en de uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, vooral met betrekking tot de bewijswaardering in huurrechtelijke geschillen.