Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 maart 2010 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van X B.V. tegen een eerdere uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, gedateerd 17 oktober 2008. Het Gerechtshof had in deze uitspraak geoordeeld over een beschikking op basis van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) en een bijbehorende aanslag in de onroerendezaakbelastingen. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie afgedaan met toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), wat betekent dat de Hoge Raad de zaak zonder inhoudelijke behandeling heeft afgedaan. Dit houdt in dat de Hoge Raad de beslissing van het Gerechtshof heeft bekrachtigd, zonder dat er een nieuwe beoordeling van de feiten of het recht heeft plaatsgevonden. De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het bevestigt dat de eerdere beslissing van het Gerechtshof standhoudt en dat de argumenten van X B.V. in cassatie niet voldoende waren om tot een andere uitkomst te komen. De zaak betreft dus een bevestiging van de toepassing van de Wet WOZ en de daaruit voortvloeiende belastingaanslagen.