ECLI:NL:HR:2010:BL7597
Hoge Raad
- Cassatie
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Cassatie over wanprestatie en ontbinding in verbintenissenrecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 april 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [eiseres] tegen Trappenindustrie Soest. De zaak betreft een geschil over wanprestatie en de vraag of ontbinding van de overeenkomst mogelijk was, evenals de mogelijkheid tot schadevergoeding. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Amsterdam en een arrest van het gerechtshof te Amsterdam, waaruit blijkt dat [eiseres] in eerdere instanties niet in het gelijk is gesteld. De advocaat van [eiseres], mr. J. Groen, heeft de zaak toegelicht, maar Trappenindustrie is niet verschenen. De Advocaat-Generaal J. Spier heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, waarbij hij zich baseert op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). De Hoge Raad heeft de klachten van [eiseres] niet gegrond verklaard en heeft geoordeeld dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad heeft [eiseres] bovendien veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Trappenindustrie op nihil zijn begroot. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein, waarbij de Hoge Raad de rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling niet verder heeft gemotiveerd.