ECLI:NL:HR:2010:BL7675

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/02664
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake overval op supermarkt te Amstelveen

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 12 juni 2008 uitspraak deed in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1988 en wonende te [woonplaats]. De verdachte is beschuldigd van een gewapende overval op een supermarkt in Amstelveen op 20 mei 2006, waarbij een geldbedrag van 14.405,82 euro werd gestolen. De overval werd gekenmerkt door geweld en bedreiging met een vuurwapen tegen drie slachtoffers. De verdachte heeft in hoger beroep aangevoerd dat het tijdsverloop tussen zijn aanwezigheid bij de deur van de supermarkt en de binnenkomst van de overvallers zodanig groot was dat niet kan worden uitgesloten dat een ander de deur heeft opengedaan. Het Hof heeft deze stelling verworpen, maar de Hoge Raad oordeelt dat de uitleg van de getuige-deskundige R.W.F. Hellenbrand over de tijdsaanduiding van de videobeelden niet zonder meer begrijpelijk is. De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak en wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor herbehandeling. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan op 14 september 2010, waarbij de vice-president A.J.A. van Dorst de voorzitter was, samen met de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en W.F. Groos. De zaak is van belang voor de beoordeling van bewijs en de uitleg van getuigenverklaringen in strafzaken.

Uitspraak

14 september 2010
Strafkamer
nr. 08/02664
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 12 juni 2008, nummer 23/000041-07, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J. Kuijper, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur en aanvullende schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schrifturen zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het tweede middel
2.1. Het middel bevat onder meer de klacht dat het Hof bij de verwerping van het verweer dat niet valt uit te sluiten dat een ander dan de verdachte de deur heeft opengemaakt, de verklaring van de getuige-deskundige R.W.F. Hellenbrand onjuist heeft uitgelegd.
2.2. Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
"hij op 20 mei 2006 te Amstelveen, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een geldbedrag van 14.405,82 euro, toebehorende aan winkelbedrijf [A], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte, en zijn mededaders een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, hebben gericht op het lichaam van voornoemde [slachtoffer 1] en tegen voornoemde [slachtoffer 2] hebben gezegd: "Ga liggen, ga liggen, want anders doen we je wat", en tegen voornoemde [slachtoffer 3] hebben gezegd: "Als jullie niet meewerken, schiet ik hem kapot", daarbij het vuurwapen, althans het op een vuurwapen gelijkend voorwerp, richtend op het lichaam van voomoemde [slachtoffer 1] en de armen en/of de benen van voornoemde [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] met tie-wraps hebben vastgebonden of laten vastbinden."
2.3. Het Hof heeft in de bestreden uitspraak met betrekking tot het bewijs onder meer het volgende overwogen:
"Door de raadsman is ter terechtzitting in hoger beroep van 29 mei 2008 aangevoerd dat het tijdsverloop tussen het moment dat de verdachte met de schoonmaakmachine de deur aan de binnenkant van [A] passeert en het moment dat de deur openstaat zodanig groot is dat niet valt uit te sluiten dat een ander dan de verdachte de deur heeft opengemaakt.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Op grond van het verhandelde op de terechtzittingen in hoger beroep van 29 januari 2008 (op welke zitting onder meer de relevante beelden van een van de videocamera's van [A] zijn vertoond) en op de terechtzittingen van 22 april 2008 en 29 mei 2008 (op welke terechtzittingen onder meer de getuige-deskundige R.F.W. Hellebrand, digitaal rechercheur, naar aanleiding van die beelden is gehoord), is het volgende komen vast te staan:
- op de beelden is te zien dat de schoonmaker om 00.37.23 uur in beeld komt en om 00.39.05 bijna uit beeld verdwijnt;
- in genoemd tijdsbestek is in het halletje aan de binnenkant van de deur van [A] slechts één persoon waar te nemen, en wel de persoon met de schoonmaakmachine, van wie verdachte verklaard heeft dat hij die persoon is;
- verdachte heeft verklaard dat hij ongeveer 2 à 3 minuten heeft gedaan over het schoonmaken van het halletje voor de deur;
- om 00.39.13 uur is te zien dat de deur op een kier staat;
- om 01.46.06 uur is te zien dat de eerste overvaller eraan komt;
- om 01.47.13 uur zijn alle overvallers binnen;
- om 01.02.00 uur is buiten winkelend publiek te zien, waaronder mensen met een kinderwagen die naar de desbetreffende deur van [A] toelopen, bij de deur blijven stilstaan, de kinderwagen keren en weglopen. Om 01.03.23 uur zijn ze weer een aantal meters van de deur van [A] verwijderd.
Op grond van het voorgaande, in het bijzonder in aanmerking genomen de verklaring van de verdachte dat hij ongeveer 2 à 3 minuten gedaan heeft over het schoonmaken van het halletje voor de deur, bestaat er naar het oordeel van het hof geen reële mogelijkheid dat tussen het moment dat de verdachte met de schoonmaakmachine de deur van [A] aan de binnenkant passeert en het moment dat de deur op een kier staat, een ander dan verdachte de deur heeft opengedaan. Het hof heeft dit tijdsverloop mede gerelateerd aan de tijd die de waargenomen handelingen van de mensen met de kinderwagen in beslag hebben genomen.
De verklaring van de verdachte dat het geld dat hij bij zijn zus in bewaring had gegeven, bestemd was voor een vakantie in Mexico acht het hof ongeloofwaardig, nu die reis nog niet was geboekt en hij zijn geldzaken altijd via de bank afhandelde."
2.4. Blijkens het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep van 29 mei 2008 heeft de getuige-deskundige R.W.F. Hellenbrand, digitaal rechercheur van regiopolitie Amsterdam-Amstelland, aldaar het volgende verklaard:
"Naar aanleiding van de brief van de raadsman wil ik het volgende opmerken. De volgorde van de videobeelden staat vast, maar de absolute tijd die een en ander in beslag heeft genomen, niet. [A] heeft gebruik gemaakt van een ouderwetse timelapse-recorder. Deze recorders worden gebruikt om met een normale 3-uursband 24 uur te kunnen opnemen. De standaardinstelling hiervoor is 4 frames per seconden. Dit is dus een gecomprimeerde opname. Het is inderdaad mogelijk, zoals de raadsman stelt, dat 1 seconde van de door [A] gebruikte software in werkelijkheid een duur heeft van 6 seconden. Daarom heb ik alle relevante beelden vanaf het moment dat de dweilmachine in beeld komt tot en met het moment dat de verdachten binnenkomen op de laptop gezet. Behalve verdachte heb ik niemand anders langs de binnenkant van de deur zien lopen op een van de beelden. Aan de buitenkant van de deur is winkelend publiek te zien.
Er zijn drie beelden per minuut gemaakt van het halletje. De interval tussen die drie beelden is telkens 20 seconden. De maximale interval tussen de beeldjes zou dus 120 seconden (20 x 6 seconden) kunnen zijn, maar dat lijkt me iets te veel. Het tijdsverloop tussen het moment dat de dweilmachine in beeld komt en dat de verdachten binnenkomen is maximaal anderhalve minuut x 6 seconden is 7 1/2 minuut.
Het technische verhaal van de raadsman is via google op internet na te vragen. Ik ben puur afgegaan op de tijdsindicatie die pinnacle, het systeem dat door de politie wordt gebruikt, heeft aangegeven. Dat systeem werkt. Tussen de verspringingen van de camera zitten regelmatige intervallen, ik kan niet zeggen hoe lang die intervallen duren. Ik kan het u laten zien.
De beelden (pinnacle) worden getoond:
De getuige-deskundige verklaart voorts:
Ik toon u eerst de grove versie, als de timelapse-videoband in een normale videospeler wordt afgespeeld. U ziet een wirwar van beelden. Ik toon u acht beelden zoals die door de diverse camera's zijn opgenomen. Er zitten 21 seconden tussen het eerste en tweede beeld van dezelfde plek. Tussen beeld 1 en beeld 9 zit 1.01 minuut. Ik toon u de beelden van het halletje. De interval tussen die beelden is niet altijd gelijk. De camera pakt bij het begin van de minuut 2 beeldjes.
00.37.23: de schoonmaker komt eraan met zijn machine, links in beeld.
00.38.06: dit is het volgende beeld. Tussen dit beeld en het vorige beeld zitten 8 beelden.
00.38.14: de schoonmaker staat rechts in beeld. Hij is door het halletje heen.
00.38.22: de schoonmaker is rechts bijna uit beeld.
00.39.05: de schoonmaker is buiten beeld.
00.39.13: de deur staat op een kier.
01.25.24: er is een lichtspleet te zien.
01.02.00: er komen mensen met een kinderwagen aan.
01.02.08: de mensen met de kinderwagen zijn dichterbij gekomen
01.02.16: de mensen met de kinderwagen zijn nog dichterbij gekomen.
01.02.24: ze zijn weer een beetje dichterbij.
01.03.07: ze staan stil bij de deur, afgewend van de winkel.
01.03.15: zij zijn gekeerd en lopen weg.
01.03.23: ze zijn een paar meter van de deur verwijderd.
Ik denk dat het looptempo van de mensen met de kinderwagen over een afstand van 6 meter 12 seconden is (2 seconden x 6).
Het vervolg van de band wordt getoond.
De getuige-deskundige verklaart:
01.46.06: de eerste overvaller komt eraan.
01.46.22: de eerste overvaller komt naar binnen.
01.47.05: de tweede overvaller komt naar binnen.
01.47.13: de overvallers zijn binnen, de lichtspleet is nog te zien.
Het lijkt me reëel de tijd die is verstreken tussen de binnenkomst van de eerste overvaller (01.46.22) en het tijdstip dat alle overvallers binnen zijn (01.47.13), met een factor 6 te vermenigvuldigen. De tijdsduur zou dan zijn bijna 1 seconde x 6 is bijna 6 seconden."
2.5. In aanmerking genomen de hiervoor weergegeven verklaring van de getuige-deskundige R.W.F. Hellenbrand met betrekking tot de tijdsaanduiding van de beelden van het halletje, is 's Hofs vaststelling dat op de beelden te zien is dat "de schoonmaker (...) om 00.39.05 bijna uit beeld verdwijnt", niet zonder meer begrijpelijk. Het middel klaagt daarover terecht.
3. Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven, de middelen voor het overige geen bespreking behoeven en als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en W.F. Groos, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 14 september 2010.