ECLI:NL:HR:2010:BL7678
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake strafzaak verdachte gedetineerd te Dordrecht
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 19 juni 2008 uitspraak deed in een strafzaak tegen een verdachte die gedetineerd was in de Penitentiaire Inrichting 'Zuid-West, locatie Dordtse Poorten' te Dordrecht. De verdachte, geboren in 1970, heeft het cassatieberoep ingesteld via zijn advocaat, mr. J-F. Grégoire. De Advocaat-Generaal Aben heeft geconcludeerd tot gedeeltelijke vernietiging van het bestreden arrest, specifiek met betrekking tot de hoogte van de opgelegde straf, en heeft verzocht om vermindering van die straf. De Hoge Raad heeft op 11 mei 2010 uitspraak gedaan en heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar alleen wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf, die is verminderd tot vier jaren en zes maanden. Het beroep is voor het overige verworpen.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het middel van cassatie niet kan leiden tot vernietiging van de uitspraak van het Gerechtshof. Dit is in overeenstemming met artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Daarnaast heeft de Hoge Raad ambtshalve beoordeeld dat de verdachte zich in voorlopige hechtenis bevond en dat er meer dan zestien maanden waren verstreken sinds het instellen van het cassatieberoep. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, is overschreden, wat aanleiding gaf tot de vermindering van de gevangenisstraf.
De uiteindelijke beslissing van de Hoge Raad was dat het arrest is gewezen door vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en C.H.W.M. Sterk, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier L.J.J. Okker-Braber.