ECLI:NL:HR:2010:BL8508

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 mei 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/04720
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over verbintenissenrecht en ongerechtvaardigde verrijking met betrekking tot verbruikleen

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, hebben eiseressen tot cassatie, [eiseres 1] en GIRASOLAR B.V., beroep ingesteld tegen een eindarrest van het gerechtshof te Arnhem. Dit arrest volgde op eerdere vonnissen van de rechtbank Zwolle-Lelystad en betrof een geschil over verbintenissenrecht, specifiek met betrekking tot verbruikleen en ongerechtvaardigde verrijking. De Hoge Raad verwijst naar de relevante feiten en eerdere uitspraken in de zaak, waaronder de vonnissen van de rechtbank en de arresten van het hof. De advocaten van de partijen hebben de zaak toegelicht, waarbij Stroomwerk, de verweerster in cassatie, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Advocaat-Generaal J. Wuisman heeft eveneens geadviseerd om het cassatieberoep te verwerpen.

De Hoge Raad heeft in zijn arrest geoordeeld dat de klachten die in de middelen zijn aangevoerd niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eiseressen veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op een totaal van € 8.252,34, bestaande uit verschotten en salaris voor de advocaat.

Dit arrest is uitgesproken in het openbaar door de raadsheren van de Hoge Raad, waarbij de voorzitter A.M.J. van Buchem-Spapens de uitspraak heeft geleid. De uitspraak is van belang voor de rechtsontwikkeling op het gebied van verbintenissenrecht en de toepassing van ongerechtvaardigde verrijking in het kader van verbruikleen.

Uitspraak

21 mei 2010
Eerste Kamer
08/04720
EE/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [Eiseres 1],
2. GIRASOLAR B.V.,
beide gevestigd te [vestigingsplaats],
EISERESSEN tot cassatie,
advocaat: mr. P.J. de Groen,
t e g e n
STROOMWERK ENERGY B.V.,
gevestigd te Deventer,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. E. Grabandt.
Eiseressen tot cassatie zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres 1] en Girosolar, verweerster ook als Stroomwerk.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 102445/HA ZA 04-1449 van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 30 maart 2005, 20 juli 2005 en 11 januari 2006,
b. de arresten in de zaak 104.002.248 (rolnummer 2006/558) van het gerechtshof te Arnhem van 31 juli 2007 en 13 mei 2008.
Het eindarrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het eindarrest van het hof hebben [eiseres 1] en Girosolar beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Stroomwerk heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor Stroomwerk mede door mr. L. Kelkensberg, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres 1] en Girasolar in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Stroomwerk begroot op € 6.052,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en W.A.M. van Schendel, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 21 mei 2010.