ECLI:NL:HR:2010:BL9554

Hoge Raad

Datum uitspraak
4 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/04153
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over tekortkoming in koopovereenkomst en schadevergoeding

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep dat is ingesteld door [eiser] c.s. tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft een geschil over een koopovereenkomst en de vraag of er sprake is van een gebrek, tekortkoming of verzuim. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Rotterdam en het arrest van het hof, waaruit blijkt dat de partijen in de onderliggende procedure al verschillende stappen hebben doorlopen. De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman in overweging genomen, die tot verwerping van het cassatieberoep strekt. De Hoge Raad oordeelt dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel behoeft volgens de Hoge Raad geen nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep en veroordeelt [eiser] c.s. in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van [verweerder] zijn begroot op € 1.219,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Het arrest is openbaar uitgesproken op 4 juni 2010.

Uitspraak

4 juni 2010
Eerste Kamer
08/04153
EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [Eiser 1],
2. [Eiseres 2],
beiden wonende te [woonplaats],
3. [Eiser 3],
wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. P.J.L.J. Duijsens,
t e g e n
[Verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. J.A.M.A. Sluysmans.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] c.s. en [verweerder].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 200213/HA ZA 03-1750 van de rechtbank Rotterdam van 8 oktober 2003 en 6 juli 2005,
b. het arrest in de zaak C05/01325 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 9 april 2008.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof hebben [eiser] c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerder] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op € 1.219,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, W.A.M. van Schendel en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 4 juni 2010.