Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 april 2010 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van X, gevestigd te Z, tegen een eerdere uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden. De zaak betreft een navorderingsaanslag in de vermogensbelasting, alsook een besluit tot kwijtschelding dat in verband met deze aanslag was genomen. De uitspraak van het Gerechtshof, gedateerd 27 juni 2008, had betrekking op de rechtsgeldigheid van de navorderingsaanslag en de daaropvolgende beslissing tot kwijtschelding. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie afgedaan met toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), wat betekent dat de Hoge Raad de zaak zonder inhoudelijke behandeling heeft afgedaan. Dit kan duiden op een afwijzing van het cassatieberoep, waarbij de Hoge Raad geen aanleiding heeft gezien om de uitspraak van het Gerechtshof te herzien. De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de rechtspraktijk, vooral in het kader van de beoordeling van navorderingsaanslagen en de mogelijkheden tot kwijtschelding in belastingzaken.