ECLI:NL:HR:2010:BM0783
Hoge Raad
- Cassatie
- J.P. Balkema
- J.W. Ilsink
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch inzake verduistering
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 15 februari 2008 uitspraak deed in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1984. De verdachte heeft een beroep in cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door mr. P.J. Stronks, advocaat te Amsterdam. De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft op 8 juni 2010 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep in cassatie werd behandeld.
De Hoge Raad heeft het middel van cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat het middel niet tot cassatie kan leiden. Dit werd onderbouwd met verwijzing naar artikel 81 RO, waarbij werd opgemerkt dat er geen nadere motivering nodig was, omdat het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Daarnaast heeft de Hoge Raad ambtshalve de bestreden uitspraak beoordeeld. Het is vastgesteld dat er meer dan twee jaren zijn verstreken sinds het instellen van het cassatieberoep, wat betekent dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het EVRM, is overschreden. Ondanks deze overschrijding heeft de Hoge Raad besloten dat er geen rechtsgevolg aan deze constatering verbonden hoeft te worden, gezien de opgelegde werkstraf van zestig uren, subsidiair dertig dagen hechtenis, en de mate van overschrijding van de redelijke termijn.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, en dit arrest is uitgesproken door de raadsheer J.P. Balkema als voorzitter, samen met de raadsheren J.W. Ilsink en W.M.E. Thomassen, in aanwezigheid van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg.