ECLI:NL:HR:2010:BM0797
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het klaagschrift inzake beslag ex art. 94 Sv en teruggave van inbeslaggenomen goederen
In deze zaak gaat het om een beklag ex artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) betreffende de teruggave van in beslag genomen goederen, te weten een heftruck en een bulldozer. De klager, geboren in 1960 en wonende te [woonplaats], heeft een klaagschrift ingediend tegen de beslissing van de Rechtbank te Roermond, die op 18 maart 2008 het klaagschrift ongegrond verklaarde. De klager stelt dat hij de goederen te goeder trouw heeft gekocht en dat hij als eigenaar moet worden aangemerkt. De Officier van Justitie heeft aangegeven dat hij voornemens is de in beslag genomen goederen terug te geven aan de bedrijven [A] NV en [B]. De Hoge Raad oordeelt dat de Rechtbank niet de juiste maatstaf heeft aangelegd bij de beoordeling van de aanspraak van de klager op de goederen. De Hoge Raad vernietigt de beschikking van de Rechtbank en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor een nieuwe behandeling. De Hoge Raad benadrukt dat de rechter bij een beklag ex artikel 94 Sv moet beoordelen of het belang van de strafvordering het voortduren van het beslag vordert en, indien dat niet het geval is, de teruggave van de inbeslaggenomen goederen moet gelasten aan de beslagene, tenzij een ander als rechthebbende kan worden aangemerkt. In dit geval heeft de Rechtbank niet voldoende onderzocht of de klager als rechthebbende kan worden aangemerkt, wat leidt tot de vernietiging van de beschikking.