ECLI:NL:HR:2010:BM1668
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Verplichting van aandeelhouders tot voldoening van vennootschapschuld aan voormalig bestuurder
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gekomen, gaat het om de verplichting van aandeelhouders van een vennootschap om een schuld van de vennootschap aan een voormalig bestuurder te voldoen. De zaak is gestart met een cassatieberoep door de eiseressen, die in eerdere instanties in het ongelijk zijn gesteld. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen en arresten die in de feitelijke instanties zijn gewezen, waaronder vonnissen van de rechtbank 's-Gravenhage en arresten van het gerechtshof te 's-Gravenhage. De eiseressen hebben beroep in cassatie ingesteld tegen het eindarrest van het hof, dat hen in het ongelijk heeft gesteld. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, wat door de Hoge Raad is overgenomen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten van de eiseressen niet tot cassatie kunnen leiden, en dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eiseressen veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op een totaal van € 3.419,34.