Hoge Raad
Op 7 mei 2010 heeft de Hoge Raad in de zaak met ECLI:NL:HR:2010:BM3365 het beroep in cassatie van de erfgenamen van X, woonachtig te Z, Spanje, niet-ontvankelijk verklaard. Dit beroep was gericht tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 8 januari 2009, met nummer 08/2848 AOW. De Centrale Raad had eerder op 31 december 2007 een uitspraak gedaan in de zaak met nummer 07/564 AOW, waar de erfgenamen om herziening vroegen. De Hoge Raad oordeelde dat de erfgenamen niet ontvankelijk waren in hun cassatieberoep, wat betekent dat zij niet in hun verzoek konden worden ontvangen. Dit heeft gevolgen voor de rechtspositie van de erfgenamen, aangezien de eerdere uitspraken van de Centrale Raad van Beroep daarmee in stand blijven. De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de rechtspraktijk, vooral in zaken die betrekking hebben op de herziening van eerdere uitspraken in het bestuursrecht en belastingrecht.