ECLI:NL:HR:2010:BM6080

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/03688
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huwelijksgoederenrecht en verdeling van echtelijke woning in cassatie

In deze zaak gaat het om een geschil over de verdeling van een echtelijke woning die valt onder de huwelijksgoederengemeenschap. De vrouw, verzoekster tot cassatie, heeft beroep ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De beschikking van het hof, gedateerd 16 juni 2009, volgde op een eerdere beschikking van de rechtbank Breda van 18 maart 2008. De man, verweerder in cassatie, heeft verzocht het beroep van de vrouw te verwerpen. De advocaat-generaal L. Strikwerda heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, waarop de advocaat van de man heeft gereageerd met een brief van 25 juni 2010.

De Hoge Raad heeft het geding in feitelijke instanties en het geding in cassatie beoordeeld. De klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, kunnen niet leiden tot cassatie. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten geen nadere motivering behoeven, aangezien zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Op 3 september 2010 heeft de Hoge Raad de beschikking gegeven, waarbij het beroep van de vrouw werd verworpen. De uitspraak is openbaar gedaan door de raadsheren, met A.M.J. van Buchem-Spapens als voorzitter, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk, en is in het openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.

Uitspraak

3 september 2010
Eerste Kamer
09/03688
DV/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[De vrouw],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. H.J.W. Alt,
t e g e n
[De man],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. R.F. Thunnissen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de vrouw en de man.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikking in de zaak 166603 FA RK 06-4726 van de rechtbank Breda van 18 maart 2008;
b. de beschikking in de zaak HV 200.009.243 van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 16 juni 2009.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft de vrouw beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De man heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De vrouw heeft een aanvullend verzoekschrift ingediend en de man een aanvullend verweerschrift.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van de man heeft bij brief van 25 juni 2010 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 3 september 2010.