ECLI:NL:HR:2010:BM6087
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- C.A. Streefkerk
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over dwaling en motivering bij contractuele verplichtingen in de kwekersrechtsector
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure waarin de Hoge Raad zich buigt over een beroep op dwaling in het kader van een licentieovereenkomst voor de teelt van rozenplanten. De eiseressen, waaronder [Eiseres 1], [Eiser 2] en [Eiseres 3], hebben in cassatie beroep ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam. De kern van het geschil betreft de vraag of de verweerster, die zich bezighoudt met het kwekersrecht, voldoende heeft gemotiveerd waarom de levering van rozenplanten niet tijdig kon plaatsvinden. De Hoge Raad oordeelt dat het hof niet zonder voldoende motivering voorbij kon gaan aan de stellingen van de eiseressen die ten grondslag lagen aan hun beroep op dwaling. De eiseressen stelden dat zij door de verweerster zijn misleid over de haalbaarheid van de levering van de stekken in de weken 45 en 46 van 2002, wat cruciaal was voor hun bedrijfsvoering met het oog op Valentijnsdag. De rechtbank had eerder het beroep op dwaling gegrond bevonden, maar het hof verwierp dit beroep en kende de vordering van de verweerster toe. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof en verwijst de zaak terug naar het gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. Tevens wordt de verweerster veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.