ECLI:NL:HR:2010:BM6110
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- O. de Savornin Lohman
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Beëindiging vennootschap onder firma en slotbalans in cassatie
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gekomen, gaat het om de beëindiging van een vennootschap onder firma en de daarbij behorende slotbalans. De zaak is gestart met een eis tot cassatie door eiseres 1, die in liquidatie is, en eiser 2. De advocaten van de eisers zijn mr. M. de Boorder en mr. H.J.W. Alt, die de verweerder vertegenwoordigt. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken van de rechtbank Rotterdam en het gerechtshof te 's-Gravenhage, waartegen de eisers beroep in cassatie hebben ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak op 3 september 2010 behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekte tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. De kosten zijn begroot op € 2.651,34, waarvan een deel aan de griffier en een deel aan de verweerder moet worden betaald. De Hoge Raad heeft in zijn beslissing aangegeven dat de klachten in de middelen niet tot cassatie kunnen leiden en dat nadere motivering niet nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.