ECLI:NL:HR:2010:BM6995
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over ontbinding van overeenkomst en schadevergoeding bij niet blijvende nakoming
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 september 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de ontbinding van een overeenkomst en de mogelijkheid tot schadevergoeding. De eiser, vertegenwoordigd door mr. E. Grabandt, had beroep in cassatie ingesteld tegen een eindarrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Dit eindarrest volgde op eerdere vonnissen van de rechtbank Roermond en tussenarresten van het hof. De kern van de zaak betrof de vraag of de nakoming van de overeenkomst blijvend of tijdelijk onmogelijk was, en of er sprake was van verzuim dat de bevoegdheid tot ontbinding van de overeenkomst zou rechtvaardigen. De Hoge Raad oordeelde dat de in het middel aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden, en dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eiser in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van de verweerster op nihil zijn begroot. De uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.