ECLI:NL:HR:2010:BM6995

Hoge Raad

Datum uitspraak
17 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/04300
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over ontbinding van overeenkomst en schadevergoeding bij niet blijvende nakoming

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 september 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de ontbinding van een overeenkomst en de mogelijkheid tot schadevergoeding. De eiser, vertegenwoordigd door mr. E. Grabandt, had beroep in cassatie ingesteld tegen een eindarrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Dit eindarrest volgde op eerdere vonnissen van de rechtbank Roermond en tussenarresten van het hof. De kern van de zaak betrof de vraag of de nakoming van de overeenkomst blijvend of tijdelijk onmogelijk was, en of er sprake was van verzuim dat de bevoegdheid tot ontbinding van de overeenkomst zou rechtvaardigen. De Hoge Raad oordeelde dat de in het middel aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden, en dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eiser in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van de verweerster op nihil zijn begroot. De uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.

Uitspraak

17 september 2010
Eerste Kamer
08/04300
DV/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. E. Grabandt,
t e g e n
[Verweerster],
gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en [verweerster].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 51106 / HA ZA 02-478 van de rechtbank Roermond van 10 oktober 2002, 19 december 2002 en 31 maart 2004,
b. de tussenarresten in de zaak C0401154/RO van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 31 januari 2006 en 29 mei 2007,
c. het eindarrest in de zaak, aldaar genummerd HD 103.000.997, van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 17 juni 2008.
Het eindarrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het eindarrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen [verweerster] is verstek verleend.
De zaak is voor [eiser] toegelicht door zijn advocaat en door mr. M.A.M. Essed, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, W.A.M. van Schendel en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op
17 september 2010.