Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 juni 2010 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hengelo. Het beroep was gericht tegen een eerdere uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem, gedateerd 11 februari 2009, met nummer 06/00052. De zaak betreft een geschil over een opgelegde aanslag in de baatbelasting aan X B.V., gevestigd te Z. Het Gerechtshof had in zijn uitspraak geoordeeld over de rechtmatigheid van de aanslag en de argumenten die door het College naar voren waren gebracht. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie ongegrond verklaard, waarmee de uitspraak van het Gerechtshof in stand blijft. Dit arrest is ook relevant in het kader van een eerder arrest, 09/01161, dat betrekking heeft op een vergelijkbare kwestie. De Hoge Raad heeft in zijn overwegingen de juridische kaders en de toepassing van de relevante wetgeving uiteengezet, waarbij de belangen van de gemeente en de belastingplichtige in balans zijn afgewogen. De uitspraak benadrukt de rol van de Hoge Raad als hoogste rechtscollege in Nederland en zijn functie in het waarborgen van de rechtszekerheid en de eenheid van rechtspraak.