ECLI:NL:HR:2010:BN0655
Hoge Raad
- Cassatie
- C. Schaap
- A.H.T. Heisterkamp
- M.W.C. Feteris
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag in het recht van successie en vergoeding griffierecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 juli 2010 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van belanghebbende X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 26 november 2009. De zaak betreft een aanslag in het recht van successie die aan belanghebbende was opgelegd naar aanleiding van de verkrijging uit de nalatenschap van P. Kuiken. Na bezwaar tegen de aanslag had de Inspecteur de aanslag verminderd. De Rechtbank te Leeuwarden verklaarde het beroep van belanghebbende gegrond, vernietigde de uitspraak van de Inspecteur en verminderde de aanslag. Zowel belanghebbende als de Inspecteur gingen in hoger beroep bij het Hof, dat het hoger beroep van belanghebbende gegrond verklaarde en de uitspraak van de Rechtbank vernietigde, terwijl het hoger beroep van de Inspecteur ongegrond werd verklaard.
Belanghebbende stelde vervolgens beroep in cassatie in, waarbij zij verschillende klachten aanvoerde. De Minister van Financiën diende een verweerschrift in, en belanghebbende diende een conclusie van repliek in. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie gegrond en vernietigde de uitspraak van het Hof, maar uitsluitend voor zover het Hof had nagelaten te gelasten dat de Staat het door belanghebbende betaalde griffierecht vergoedt. De Hoge Raad gelastte dat de Staat aan belanghebbende het griffierecht van € 110 voor de behandeling van het beroep in cassatie en € 110 voor de behandeling van de zaak voor het Hof vergoedt, in totaal € 220. Daarnaast werd de Minister van Financiën veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, vastgesteld op € 437 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof op basis van artikel 27p, lid 1, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen had moeten gelasten dat de Staat het griffierecht vergoedt. De overige klachten van belanghebbende konden niet tot cassatie leiden, en vereisten geen nadere motivering. De Hoge Raad concludeerde dat de uitspraak van het Hof niet in stand kon blijven en dat de zaak door de Hoge Raad kon worden afgedaan.