ECLI:NL:HR:2010:BN1724

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/00132
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid in hoger beroep en de vereiste motivering door het Hof

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 oktober 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte was niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep omdat hij te laat had ingesteld. De verdachte voerde aan dat de termijnoverschrijding verontschuldigbaar was, maar het Hof had dit verweer niet voldoende gemotiveerd. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof een met redenen omklede beslissing had moeten geven over de ontvankelijkheid van het hoger beroep. De aantekening van het mondeling arrest bevatte geen adequate motivering voor de niet-ontvankelijkheid, waardoor het middel gegrond werd verklaard. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor een nieuwe behandeling.

De zaak betreft een verdachte die in 1953 is geboren en woonachtig is in [woonplaats]. Het beroep in cassatie was ingesteld door de verdachte zelf, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. J. Boksem. De Advocaat-Generaal Machielse had geconcludeerd tot vernietiging van de uitspraak van het Hof en terugwijzing van de zaak. De Hoge Raad oordeelde dat de verdachte op de hoogte was van de terechtzitting en dat hij binnen 14 dagen na de uitspraak in eerste aanleg hoger beroep had moeten instellen. De Hoge Raad concludeerde dat de bestreden uitspraak niet in stand kon blijven en dat de zaak opnieuw moest worden berecht en afgedaan door het Gerechtshof.

Uitspraak

5 oktober 2010
Strafkamer
nr. 09/00132
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 26 november 2008, nummer 20/002412-08, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1953, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J. Boksem, advocaat te Leeuwarden, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch om opnieuw te worden berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het middel
2.1. Het middel klaagt onder meer dat het Hof de verdachte onvoldoende gemotiveerd niet-ontvankelijk heeft verklaard in zijn hoger beroep.
2.2.1. De aantekening van het mondeling arrest houdt in:
"Beslissing
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep."
2.2.2. Het proces-verbaal van de terechtzitting van het Hof houdt, voor zover voor de beoordeling van het middel van belang, het volgende in:
"De voorzitter deelt verdachte mede dat verdachte op het bij de appelakte behorende formulier van grieven de opmerking heeft gemaakt dat hij te laat aanwezig was voor de terechtzitting in eerste aanleg en dat er inmiddels al uitspraak was gedaan. Hieruit blijkt dat hij van de terechtzitting op de hoogte was en derhalve binnen 14 dagen na de terechtzitting in eerste aanleg hoger beroep had moeten instellen. Nu het hoger beroep pas op 25 juni 2008 is ingesteld, is dit niet op tijd gebeurd.
(...)
Verdachte verklaart:
Ik heb hier destijds over gebeld. Er werd mij gezegd dat de uitspraak al gedaan was. Men deelde mij mede dat de termijn om hoger beroep in te stellen pas ging lopen als het vonnis aan mij werd uitgereikt en dat ik tot die tijd daarmee moest wachten. Dat staat ook zo in het vonnis. Ik ben bovendien onschuldig en heb met de hele zaak niets te maken."
2.3. Aldus is een verweer gevoerd waaromtrent het Hof een met redenen omklede beslissing had moeten geven. Aangezien zodanige motivering in de aantekening van het mondeling arrest niet voorkomt, is het middel gegrond.
3. Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 5 oktober 2010.