ECLI:NL:HR:2010:BN4134
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Beslag op inbeslaggenomen auto en de herkomst van het geld
In deze zaak gaat het om een klaagschrift van een klaagster die de teruggave van een inbeslaggenomen auto verzoekt. De auto, een Aston Martin, is aangeschaft voor een bedrag van € 160.000, waarvan een deel contant is betaald. De Rechtbank te Haarlem heeft het klaagschrift ongegrond verklaard, omdat de klaagster niet voldoende kon aantonen dat het geld waarmee de auto is gefinancierd, afkomstig was van haar. De klaagster heeft in haar klaagschrift aangegeven dat er regelmatig grote sommen contant kasgeld aanwezig waren en dat er voldoende kasgeld was om de contante betaling te verrichten. De Rechtbank oordeelde echter dat de officier van justitie voldoende had aangetoond dat de auto was bekostigd met geld dat afkomstig was van misdrijf.
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie van de klaagster behandeld en geconcludeerd dat de overwegingen van de Rechtbank niet zonder meer begrijpelijk zijn. De Hoge Raad oordeelt dat de klaagster voldoende bewijs heeft geleverd van de herkomst van het geld en dat de Rechtbank onvoldoende gemotiveerd heeft waarom het geld niet van de klaagster afkomstig zou zijn. De Hoge Raad vernietigt de bestreden beschikking en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor een nieuwe behandeling.
Deze uitspraak benadrukt het belang van de motivering van de rechterlijke beslissingen, vooral in zaken die betrekking hebben op beslag en de herkomst van geld. De Hoge Raad stelt dat de klaagster niet alleen recht heeft op een eerlijke behandeling, maar ook dat de rechter duidelijk moet maken waarom bepaalde bewijsstukken niet overtuigend zijn.