ECLI:NL:HR:2010:BN6132
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- C.A. Streefkerk
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding en uitleg van kwijtingsbeding in echtscheidingsconvenant
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gekomen, betreft het een echtscheiding tussen een vrouw en een man. De vrouw heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de arresten van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, die eerder in de procedure zijn gewezen. De man heeft een voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen en arresten die relevant zijn voor de beoordeling van de zaak. De advocaten van beide partijen hebben de zaak toegelicht, waarbij de vrouw ook werd bijgestaan door een advocaat van de Hoge Raad. De Advocaat-Generaal heeft geconcludeerd tot verwerping van het principale beroep, waarbij werd opgemerkt dat de klachten in de middelen niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft uiteindelijk het principale beroep verworpen, waardoor het voorwaardelijk incidentele beroep van de man niet aan de orde komt. Het arrest is uitgesproken door de vice-president en een aantal raadsheren, en is openbaar gemaakt op 29 oktober 2010.