ECLI:NL:HR:2010:BN6194

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/01031
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen de beslissing van de Landinrichtingscommissie voor de Aanpassingsinrichting Borssele inzake ruilverkaveling en bezwaar tegen geldelijke regelingen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 oktober 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen de beslissing van de Landinrichtingscommissie voor de Aanpassingsinrichting Borssele (Lic) met betrekking tot ruilverkaveling en bezwaar tegen de lijst der geldelijke regelingen. De eiser, wonende te [woonplaats], heeft beroep in cassatie ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Middelburg, dat op 21 januari 2009 is gewezen in de zaak met nummer 62175/HA ZA 08-193. De Hoge Raad verwijst naar dit vonnis en de cassatiedagvaarding, die aan het arrest zijn gehecht.

De Lic heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, en de zaak is toegelicht door haar advocaat, mr. R.T. Wiegerink. De Advocaat-Generaal, E.M. Wesseling-van Gent, heeft eveneens geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden, en dat nadere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de Lic zijn begroot op € 384,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen door vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren J.C. van Oven en C.A. Streefkerk, en openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.

Uitspraak

8 oktober 2010
Eerste Kamer
09/01031
DV/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. M.L. Kleyn,
t e g e n
DE LANDINRICHTINGSCOMMISSIE VOOR DE AANPASSINGSINRICHTING BORSSELE,
zetelende te Goes,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. M.W. Scheltema.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en de Lic.
1. Het geding in feitelijke instantie
Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar het vonnis in de zaak 62175/HA ZA 08-193 van de rechtbank Middelburg van 21 januari 2009.
Het vonnis van de rechtbank is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het vonnis van de rechtbank heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Lic heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor de Lic toegelicht door haar advocaat en mr. R.T. Wiegerink, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Lic begroot op € 384,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren J.C. van Oven en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 8 oktober 2010.