Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 september 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure. Het beroep in cassatie was ingesteld door X, woonachtig te Z, tegen een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 18 augustus 2009, met nummer 08/2871 WWB. Deze uitspraak volgde op het hoger beroep van de belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank te 's-Gravenhage, gedateerd 7 april 2008, met nummer AWB 07/2537 WWB. De kwestie betrof een besluit dat was genomen op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie afgedaan met toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). Dit betekent dat de Hoge Raad de uitspraak van de lagere rechter heeft bekrachtigd zonder inhoudelijke beoordeling van de zaak. De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep blijft daarmee in stand, en de eerdere beslissingen van de Rechtbank en de Centrale Raad worden bevestigd. De zaak heeft belangrijke implicaties voor de toepassing van de WWB en de rechtsbescherming van belanghebbenden in vergelijkbare situaties.