3.1 In deze zaak staat centraal de vraag of Liander, als netbeheerder van een regionaal distributienetnet, op grond van Richtlijn 2003/54 EG, hierna ook: de Tweede Elektriciteitsrichtlijn, de Elektriciteitswet 1998 (hierna ook: Ew) en/of de op grond van art. 31 lid 1, aanhef en onder a, in verbinding met art. 36 van die wet door de raad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit vastgestelde NetCode, gehouden is bepaalde "administratieve diensten" te verrichten met betrekking tot de aansluitingen van de windparken van Kubbeweg op het particuliere elektriciteitsnet van WOF. Van het volgende kan worden uitgegaan.
(i) WOF is eigenaar van een particulier elektriciteitsnet in de gemeenten Dronten en Lelystad. Op dat net zijn twee windturbineparken van Kubbeweg aangesloten. Nadat het vonnis in eerste aanleg was uitgesproken, zijn daar nog twee windturbineparken van de Universiteit Wageningen bijgekomen. De elektriciteit die in die parken wordt opgewekt, wordt ingevoed op het net van WOF.
(ii) Het particuliere elektriciteitsnet van WOF is verbonden met het ter plaatse aanwezige regionale distributienet. Liander is op grond van art. 10 lid 3 Ew aangewezen als netbeheerder van dat regionale distributienet. Dit net is op zijn beurt gekoppeld aan het landelijke hoogspanningsnet, dat wordt beheerd door TenneT TSO B.V. (hierna: TenneT).
(iii) WOF heeft - op haar verzoek - op grond van art. 15 lid 2 Ew van de minister van Economische Zaken ontheffing gekregen van het in art. 10 lid 3 Ew vervatte gebod om voor haar elektriciteitsnet een netbeheerder aan te wijzen.
(iv) Liander heeft op de voet van art. 16 lid 1, onder h, Ew vastgesteld dat de windturbines op de parken van Kubbeweg productie-installaties voor de opwekking van duurzame elektriciteit zijn en dat de meetinrichtingen op deze windturbineparken geschikt zijn voor de meting van de opgewekte en ingevoede elektriciteit. WOF en Kubbeweg hebben Liander verzocht om EAN-codes voor de aansluiting van ieder van de parken van Kubbeweg op het net van WOF af te geven. Liander heeft voor beide windturbineparken "groene" EAN-codes afgegeven, maar heeft geweigerd daarvoor ook zogenaamde "grijze" EAN-codes af te geven. Slechts voor de aansluiting van het net van WOF op het regionale distributienet heeft Liander een "grijze" EAN-code afgegeven. Met de "groene" EAN-codes kan per windpark subsidie voor het opwekken van duurzame elektriciteit worden verkregen. Met een "grijze" EAN-code wordt voor overige doeleinden over de op de betrokken aansluiting ingevoede en afgenomen elektriciteit gecommuniceerd.
(v) De Elektriciteitswet 1998 noch de daarop gebaseerde regelgeving, zoals de NetCode en de eveneens door de raad van bestuur van de NMa vastgestelde Meetcode Elektriciteit en SysteemCode, kent verschillende soorten EAN-codes. Het door partijen gemaakte onderscheid tussen een "groene" en een "grijze" code komt hierop neer dat Liander de onder een door haar als "grijs" uitgegeven code voor een aansluiting door de programmaverantwoordelijke gedane opgaven en door de meetverantwoordelijke gemelde meetgegevens verzamelt en na bewerking en cumulering doorzendt aan TenneT als netbeheerder van het landelijke net en dat zij voorts met betrekking tot die aansluiting nog enkele administratieve diensten verricht in geval van wijziging van elektriciteitsleverancier of -afnemer, programmaverantwoordelijke of meetverantwoordelijke. Wanneer een code door haar als "groen" is afgegeven doet zij dat niet. Gevolg daarvan is dat die "groene" code het desbetreffende aansluitpunt wel identificeert, maar dat die identificatie slechts bruikbaar is voor het aanvragen van subsidie ter stimulering van duurzame energieproductie.
(vi) In de SysteemCode is onder meer het systeem van programma-verantwoordelijkheid in de zin van art. 1 lid 1, onder o, Ew uitgewerkt. In dat artikel wordt onder programma-verantwoordelijkheid verstaan "de verantwoordelijkheid van afnemers, niet zijnde afnemers als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, en vergunninghouders om programma's met betrekking tot de productie, het transport en het verbruik van elektriciteit op te stellen of te doen opstellen ten behoeve van de netbeheerders en zich met inachtneming van de voorwaarden, bedoeld in artikel 31, te gedragen overeenkomstig die programma's". De Meetcode Elektriciteit bevat onder meer een regeling van de meetverantwoordelijkheid van de aangeslotenen, waaronder ingevolge onderdeel 1.1.4 van deze regeling wordt verstaan "de verantwoordelijkheid van aangeslotenen voor het aanwezig zijn op de netaansluiting van een op grond van hoofdstuk 2 van deze regeling vereiste meetinrichting en meetinrichtingen in het kader van eigen opwekking, alsmede voor het correct en (tijdig) doen vaststellen en (doen) doorgeven van de in 1.1.1 bedoelde meetgegevens op grond van hoofdstuk 3 van deze regeling."
(vii) In verband met de weigering van Liander om voor de aansluiting van ieder park van Kubbeweg een EAN-code te verstrekken die voor meer doeleinden geschikt is dan voor het verkrijgen van subsidie, heeft WOF bij TenneT een zogenaamde CPS-account aangevraagd voor aansluiting op het Centraal Postbus Systeem. TenneT heeft dat account niet verstrekt, omdat WOF niet behoort tot de vier categorieën (netbeheerders, erkende programmaverantwoordelijken, erkende meetverantwoordelijken en leveranciers van elektriciteit) die voor hun onderlinge communicatie toegang tot het CPS hebben. In haar antwoord op het bezwaar van WOF tegen de afwijzing van TenneT heeft TenneT bij brief van 2 maart 2006 onder meer geschreven:
"In (...) uw brief schrijft u voorts dat alle verschillende aansluitingen op een particulier net individualiseerbaar moeten zijn. Dienaangaande merken wij op dat een aangeslotene die individualiseerbaarheid kan bereiken door een EAN-code aan te vragen. Die EAN-code kan worden verstrekt door de netbeheerder van het net waarop het door Windnet geëxploiteerde particuliere net is aangesloten (of door een andere netbeheerder). De programmaverantwoordelijke voor de aansluiting van het particuliere net op het openbare net kan die aanvrage verzorgen. Nadat de EAN-code is toegewezen moet de zojuist bedoelde programmaverantwoordelijke partij zorgen dat er door een erkende meetverantwoordelijke wordt gemeten. Die meetverantwoordelijke geeft de meetgegevens door aan de netbeheerder (van het net waarop het particuliere net is aangesloten) en die netbeheerder zorgt voor doorgifte van die meetgegevens (...).