ECLI:NL:HR:2010:BO2879

Hoge Raad

Datum uitspraak
17 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/02458
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid tussenhandelaar voor schade aan orchideeënteelt door ondeugdelijk substraatmateriaal

In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van een tussenhandelaar voor schade die is ontstaan aan de orchideeënteelt door de levering van ondeugdelijk substraatmateriaal. De Hoge Raad heeft op 17 december 2010 uitspraak gedaan in deze cassatiezaak, waarbij de eiseressen in cassatie, waaronder verschillende vennootschappen, de verwerping van hun beroep tegen eerdere uitspraken van de lagere rechters aanvoerden. De zaak is eerder behandeld in verschillende instanties, waaronder de rechtbank 's-Gravenhage en het gerechtshof te 's-Gravenhage. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in de cassatie zijn aangevoerd, niet tot cassatie konden leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, wat inhoudt dat de klachten geen nadere motivering behoeven omdat ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft de eiseressen in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, waarbij de kosten aan de zijde van de verweersters zijn begroot op een totaal van € 4.384,34 voor verschotten en salaris. De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.

Uitspraak

17 december 2010
Eerste Kamer
09/02458
RM/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [Eiseres 1],
gevestigd te [vestigingsplaats],
2. [Eiseres 2],
gevestigd te [vestigingsplaats],
3. [Eiseres 3],
gevestigd te [vestigingsplaats],
4. [Eiseres 4],
gevestigd te [vestigingsplaats],
waarvan de vennoten zijn:
[betrokkene 1] en
[betrokkene 2],
beiden wonende te [woonplaats],
5. [Eiseres 5],
gevestigd te [vestigingsplaats],
waarvan de vennoten zijn:
[betrokkene 3],
[betrokkene 4],
[betrokkene 5],
[betrokkene 6],
allen wonende te [woonplaats],
EISERESSEN tot cassatie,
advocaat: mr. P.J.L.J. Duijsens,
t e g e n
1. [Verweerster 1],
gevestigd te [vestigingsplaats],
advocaat: mr. T. Riyazi,
2. SAINT-GOBIN CULTILÈNE B.V., als rechtsopvolgster onder algemene titel van Substrate Special Products B.V.,
gevestigd te Delft,
VERWEERSTERS in cassatie,
advocaat: mr. R.A.A. Duk.
Eiseressen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] c.s. en verweersters als respectievelijk [verweerster 1] en SSP.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 01/1479 van de rechtbank 's-Gravenhage van 12 september 2001 en 27 februari 2002;
b. de vonnissen in de zaken 01/1479 en 01/3268 van de rechtbank 's-Gravenhage van 18 juni 2003 en 22 oktober 2003;
c. het eindvonnis in de zaken 159980/HA ZA 01.1479, 169216/HA ZA 01.3268 en 180825/HA ZA 02.1536 (DH) van de rechtbank 's-Gravenhage van 10 november 2004;
d. de arresten in de zaak 105.002.503/01 (rolnummer oud 04/1687) van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 8 februari 2007 (tussenarrest) en 10 maart 2009 (eindarrest).
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen zowel het tussenarrest als het eindarrest van het hof hebben [eiseres] c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerster 1] en SSP hebben afzonderlijk geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor [eiseres] c.s. en [verweerster 1] toegelicht door hun advocaten, en voor SSP namens haar advocaat door mr. M. Ynzonides en J.W.M.K. Meijer, advocaten te Amsterdam.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster 1] begroot op € 384,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris en aan de zijde van SSP begroot op € 384,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren E.J. Numann, A. Hammerstein, W.A.M. van Schendel en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 17 december 2010.