ECLI:NL:HR:2010:BO3531

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/03166
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen dwangbevelen wegens bouwen zonder vergunning

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 december 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een verzet tegen opgelegde dwangbevelen. De eisers, bestaande uit [Eiseres 1], [Eiseres 2] en [Eiser 3], waren betrokken bij een geschil met de Gemeente Borsele, die hen had aangesproken op het bouwen zonder de vereiste vergunning. De centrale vraag in deze procedure was of er van formele rechtskracht van het onderliggende dwangsombesluit moest worden uitgegaan, zoals bedoeld in artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

De Hoge Raad verwijst in zijn uitspraak naar eerdere vonnissen en arresten die in de feitelijke instanties zijn gewezen, waaronder vonnissen van de rechtbank Middelburg en een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage. De eisers hebben beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof, maar de Gemeente is niet verschenen in deze procedure. De advocaat van de eisers heeft de zaak toegelicht, en de conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus was om het cassatieberoep te verwerpen.

De Hoge Raad heeft uiteindelijk het beroep verworpen en de eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van de Gemeente op nihil zijn begroot. De uitspraak benadrukt dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden, en dat verdere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

24 december 2010
Eerste Kamer
09/03166
EV/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [Eiseres 1],
gevestigd te [vestigingsplaats],
2. [Eiseres 2],
wonende te [woonplaats],
3. [Eiser 3],
wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
GEMEENTE BORSELE,
zetelende te Heinkenszand, gemeente Borsele,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres 1] en de Gemeente.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de gevoegde zaken 308/03, 309/03 en 418/03 van de rechtbank Middelburg van 29 september 2004;
b. het vonnis in de zaak 670/03 van de rechtbank Middelburg van 19 januari 2005;
c. het arrest in de gevoegde zaken 105.002.867/01 en 105.003.250/01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 28 april 2009.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiseres 1] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen de Gemeente is verstek verleend.
De zaak is voor [eiseres 1] toegelicht door hun advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [eiseres 1] heeft op 18 november 2010 schriftelijk op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres 1] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Gemeente begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, W.A.M. van Schendel en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 24 december 2010.