ECLI:NL:HR:2010:BO4999

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/03102
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over recht van hypotheek en overdracht van vordering uit geldlening

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 december 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen de Woonstichting Stek, rechtsopvolger van Woningbouwvereniging Trias Woondiensten, en de Coöperatieve Rabobank Bollenstreek U.A. De zaak betreft de vraag of het recht van hypotheek met de overdracht van een vordering uit hoofde van een geldlening is mee overgegaan op de bank. De Woonstichting had eerder in de feitelijke instanties, waaronder de rechtbank 's-Gravenhage en het gerechtshof te 's-Gravenhage, een procedure gevoerd. De rechtbank had op 24 mei 2006 en 13 december 2006 vonnissen gewezen, en het hof had op 31 maart 2009 een arrest gewezen. Tegen dit arrest heeft de Woonstichting cassatie ingesteld. De Rabobank heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer heeft in zijn conclusie ook tot verwerping van het beroep geadviseerd. De Hoge Raad heeft het beroep van de Woonstichting verworpen en haar veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 6.245,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten in het middel niet tot cassatie konden leiden en dat nadere motivering niet nodig was, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

Uitspraak

24 december 2010
Eerste Kamer
09/03102
EE/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
WOONSTICHTING STEK, rechtsopvolger van Woningbouwvereniging Trias Woondiensten,
gevestigd te Lisse,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. E. Grabandt,
t e g e n
de COÖPERATIEVE RABOBANK BOLLENSTREEK U.A.,
gevestigd te Lisse,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. P.J. Arentshorst.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de Woonstichting en de Rabobank.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 262198/HA ZA 06-1032 van de rechtbank 's-Gravenhage van 24 mei 2006 en 13 december 2006,
b. het arrest in de zaak 105.006.225/01, rolnummer oud 07/360 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 31 maart 2009.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft de Woonstichting beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Rabobank heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt de Woonstichting in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Rabobank begroot op € 6.245,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 24 december 2010.