ECLI:NL:HR:2010:BO6787
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- J.A.C.A. Overgaauw
- P.M.F. van Loon
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag loonbelasting en premie volksverzekeringen met betrekking tot bewijslast en proceskosten
In deze zaak gaat het om een naheffingsaanslag in de loonbelasting en premie volksverzekeringen die aan X B.V. is opgelegd over het tijdvak van 1 januari 1998 tot en met 31 december 2000. De Inspecteur handhaafde de naheffingsaanslag en de boete na bezwaar. De Rechtbank te Arnhem verklaarde het beroep van belanghebbende gegrond en vernietigde de uitspraken van de Inspecteur, waarbij de naheffingsaanslag en de boete werden verminderd. Zowel de belanghebbende als de Inspecteur gingen in hoger beroep bij het Gerechtshof te Arnhem, dat de uitspraak van de Rechtbank gedeeltelijk vernietigde en de boete verminderde, maar de naheffingsaanslag bevestigde. Hierop volgde cassatie door zowel de belanghebbende als de Staatssecretaris van Financiën.
De Hoge Raad oordeelde dat het beroep in cassatie van de belanghebbende ongegrond was, maar het beroep van de Staatssecretaris gegrond. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissingen omtrent de boete en het griffierecht, en verklaarde het bij de Rechtbank ingestelde beroep ongegrond voor zover het betrekking had op de naheffingsaanslag. De Hoge Raad oordeelde dat de bewijslast omgekeerd diende te worden en dat de belanghebbende niet had aangetoond dat de naheffingsaanslag onjuist was. De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
Dit arrest is gewezen door de vice-president D.G. van Vliet als voorzitter, en de raadsheren J.A.C.A. Overgaauw en P.M.F. van Loon, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 10 december 2010.