ECLI:NL:HR:2011:BO9616
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Waardering van bewijs in beslagrechtelijke procedures met betrekking tot Antilliaanse vennootschappen
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, betreft het een cassatieberoep van Consales International Inc., een vennootschap gevestigd op Anguilla, tegen een uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. De zaak draait om de waardering van bewijs in het kader van beslagrecht, waarbij de vraag centraal staat of de beslagdebiteur ten tijde van de beslaglegging op aandelen in een Antilliaanse vennootschap nog aandeelhoudster was. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van het gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen en het Gemeenschappelijk Hof, waaruit blijkt dat Consales beroep in cassatie heeft ingesteld tegen de eerdere uitspraken. De advocaat van Consales, mr. P. Garretsen, heeft het cassatierekest ingediend, terwijl het Pensioenfonds, vertegenwoordigd door mr. J.W.H. van Wijk, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Advocaat-Generaal P. Vlas heeft in zijn conclusie ook gepleit voor verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en Consales veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op een totaal van € 8.445,34. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten in de middelen niet tot cassatie kunnen leiden, en dat nadere motivering niet nodig is, gezien artikel 81 RO, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.